MagicScan 4.2 Leesmij Dit bestand bevat belangrijke informatie die niet is opgenomen in het bestand met de gebruikershandleiding van MagicScan. De informatie bestaat uit de volgende onderwerpen: systeemvereisten, installatieprocedures, ondersteunde scanners, beperkingen, opmerkingen, nieuwe functies in MagicScan 3.1 en de geschiedenis van elke editie. Systeemvereisten * Systeem 7 of hoger * Als u PhotoShop 3.0 of hoger gebruikt, wijzigt u de voorkeurinstelling voor de omvang van het geheugen naar 12Mb(68K)/24Mb(PPC) of meer met behulp van de opdracht File - Get Info. * Als u MagicScan DA gebruikt, wijzigt u de voorkeurinstelling voor de omvang van het geheugen naar 6Mb of meer met behulp van de opdracht File - Get Info. * Als u PhotoPerfect gebruikt, wijzigt u de voorkeurinstelling voor de omvang van het geheugen naar 12Mb of meer met behulp van de opdracht File - Get Info. * Er moet een HTML-browser geïnstalleerd zijn om de HTML-online Help te kunnen bekijken. Als er geen browser op het systeem geïnstalleerd is, kunt u Netscape of Internet Explorer downloaden vanaf de FTP-server of contact opnemen met de leverancier. Installatieprocedures Controleer of PhotoShop geïnstalleerd is. PhotoShop moet geïnstalleerd zijn voordat MagicScan wordt geïnstalleerd. Volg de onderstaande stappen om MagicScan te installeren: 1. Dubbelklik op het pictogram van MagicScan-installatie. 2. Volg de instructies op het scherm op om MagicScan te installeren. Denkt u daarbij aan het volgende: * Als u de gemakkelijke installatie (Easy Install) kiest, worden UMAXShare en UMAXChooser niet geïnstalleerd. * Wanneer u in een dialoogvenster wordt gevraagd de map Plugins te selecteren, selecteert u de map Plugins in PhotoShop. Het plugin-stuurprogramma voor MagicScan moet zich bevinden in de map die u in dit dialoogvenster selecteert. 3. Na installatie start u de Macintosh opnieuw. Er wordt een nieuwe map gemaakt met daarin de MagicScan-software. Voor het gebruik van MagicScan raadpleegt u de gebruikershandleiding bij MagicScan, waarin u uitgebreide informatie vindt. Opmerking: Als u MagicScan niet vanaf een CD-ROM kunt installeren, opent u de map MagicScan Disk en selecteert u achtereenvolgens de mappen MagicScan Disk 1 tot en met MagicScan Disk 9. Deze mappen vertegenwoordigen diskettes. Vervolgens kopieert u de inhoud van elke map op een afzonderlijke diskette. De mappen MagicScan Disk 1 tot en met MagicScan disk 9 bevatten elk precies de juiste hoeveelheid gegevens voor één diskette. Opmerking: Als u merkt dat het MagicScan plugin-stuurprogramma zich in de map MagicScan 4.0 bevindt, sleept u het MagicScan plugin-stuurprogramma naar de map Plugins van PhotoShop. Ondersteunde scanners * Power Look 2000, Mirage II, Mirage IIse, Mirage D-16L, PowerLook II, Power Look, Gemini D-16, Power Look 3000, PowerLook III * Andere modellen scanners moeten worden bestuurd door de detailhandelversie van MagicScan 1.0 (of hoger) of VistaScan 1.0 (of hoger). Beperkingen Als u een meervoudige scan of batch-scan wilt maken, moeten alle scans op dezelfde scanner worden gemaakt (ongeacht het aantal scanners waarmee de computer is verbonden). Opmerkingen 1. Verwijder het bestand 'UMAXShare' uit de map Extensies in de systeemmap als u problemen hebt met het gebruik van een scanner op afstand via het netwerk. 2. Indien u niet op een netwerk bent aangesloten, verwijdert u de map 'UMAXShare' uit de map Extensies in de systeemmap om de prestatie van MagicScan te vergroten. 3. Als UMAXShare wordt bijgewerkt, moeten alle Macintosh-machines op hetzelfde netwerk ook worden bijgewerkt, evenals voor toegang tot een scanner op afstand. Toegang van Macintosh tot PC wordt momenteel niet ondersteund. 4. Voordat u OmniPage installeert, controleert u of het stuurprogramma Apple Compatible geïnstalleerd is. Selecteer "Support Apple Compatible Scanner" bij het installeren van OmniPage. Nadat de installatie is voltooid, kiest u "Apple Scan" uit de Chooser. 5. Wanneer het gebied van de selectiepijl en het kader Voorbeeld elkaar overlappen, plaatst u de cursor in het kader Voorbeeld, drukt u op Optie en houdt u de toets ingedrukt terwijl u het gehele kader Voorbeeld versleept. U kunt de afmetingen en de vorm van het kader Voorbeeld wijzigen door Optie ingedrukt te houden en een zijde of hoek te verslepen. Op die manier maakt u het kader Voorbeeld groter of kleiner. Als u sleept zonder Optie in te drukken, verplaatst u het gebied van de selectiepijl als de aanwijzer zich in het selectiekader bevindt of vergroot u het gebied van de selectiepijl als de aanwijzer zich op de grens ervan bevindt. Nieuwe functies in MagicScan 4.0 1. Werkt met binuscan IPM om uitstekende, voor kleur gecorrigeerde afbeeldingen te verkrijgen 2. Biedt een venster Proef om het uiteindelijke resultaat nauwkeurig te simuleren 3. Biedt de functie Selectiepijl roteren 4. Biedt een neutraliseringsfunctie om de tint van afbeeldingen te reduceren 5. Biedt online Help in HTML-formaat 6. Ondersteunt meting van pixelwaarde volgens RGB, CMYK, Lab, HSL, enzovoort 7. Ondersteunt de scanners Mirage IIse, PowerLook 3000, PowerLook III 8. Ondersteunt een TWAIN-compatibel stuurprogramma. 9. Verbeterde automatische aanpassing (ook aanpassing voor kleurverzadiging en gammawaarde) Geschiedenis van elke editie Nieuwe functies in MagicScan 3.0 1. Te wijzigen formaat van venster Voorbeeld 2. Resolutie van het voorbeeld te definiëren door de gebruiker 3. Verbeterde schaalmogelijkheden (uitvoerformaat volgens gebruikersdefinitie) 4. Gamma monitor, realtime-voorbeeldsimulatie 5. Gebruikt niet meer geheugen dan MagicScan nodig heeft 6. Volledige ondersteuning voor Adobe PhotoShop plugin-protocol 7. Assistentie op het scherm (ondersteuning Apple Guide) 8. Nieuwe interpolatie-algoritmen om de afbeeldingskwaliteit te verbeteren 9. Automatisch rechtzetten en neerzetten 10. Nieuwe Apple ColorSync*-profielen (ICC-compatibel) 11. Meer profielen voor MagicMatch 12. Gereedschap Hand 13. Dynamische schuiffunctie 14. Effect van spiegelen en roteren op het scherm; effect van Verrijken op het scherm 15. Verbeterde effenenfunctie (kan worden aangepast) 16. Menubalk op de desktop in plaats van in vensters 17. Nieuwe automatische detectie- en scanfunctie: AutoScan Nieuwe functies in MagicScan 2.4.1 1. Schuiflade 35mm, auto-detectie: de positie van de dia (35mm) in de schuiflade wordt automatisch waargenomen (Mirage D-16L en Power Look 2000). 2. Negatief kan worden gescand door Power Look 2000 bij verschillende merken, bijvoorbeeld Agfa, Fuji, Kodak, Konica. Nieuwe functies in MagicScan 2.3.1 1. Ondersteuning voor scanners zoals Mirage D-16L, Power Look II, Power Look, Gemini D-16, UC1200SE en UC1260. 2. Negatief kan worden gescand door scanners zoals Mirage D-16L, Power Look II, Power Look, en Gemini D-16 bij verschillende merken, bijvoorbeeld Agfa, Fuji, Kodak, Konica. Nieuwe functies in MagicScan 2.2.1a 1. Ondersteuning voor Mirage D-16L (met dubbele lenzen) en PowerLook II. 2. Schuiflade 35mm, auto-detectie: de positie van de dia (35mm) in de schuiflade wordt automatisch waargenomen (alleen Mirage D-16L). 3. Lampintensiteit: intensiteit van de scanlamp kan worden aangepast (alleen Mirage D-16L). 4. Netwerk: in staat scanner op afstand te gebruiken, te delen en lokale scanner opnieuw in te stellen. 5. Ondersteuning voor evenredige verhouding selectiegebied door het ingedrukt houden van de Shift-toets in combinatie met het gereedschap Kader. 6. Ondersteuning voor 10/12-bits scan voor BatchScan. 7. Ondersteuning voor het scannen van negatieven voor Mirage D-16 en PowerLook II. Nieuwe functies in MagicScan v2.2B 1. Ondersteunt alleen Mirage D-16L met dubbele lenzen. 2. Schuiflade 35mm, auto-detectie: de positie van de dia (35mm) in de schuiflade wordt automatisch waargenomen. 3. Lampintensiteit: verstelbare lampintensiteit. Nieuwe functies in MagicScan 2.1 1. MagicMatch met oorspronkelijke Power PC-code. 2. Ondersteuning voor Gemini D-16 met dubbele lenzen. 3. Als u een scanner met dubbele lenzen hebt, kunt u de lens met het hoogste vermogen gebruiken voor een voorbeeld. 4. Ondersteuning voor aangepaste installatie. 5. Ondersteuning voor Gemini D-16, PS-2400X, UC1200SE en UC1260. Nieuwe functies in MagicScan 2.0 1. Oorspronkelijke Power PC-code: versneld voor Power Macintosh. Opmerking: Afhankelijk van het Macintosh-platform (bijvoorbeeld Power Mac, Apple Quadra en andere), selecteert het MagicScan-programma automatisch de juiste code om de prestatie van de Macintosh-computer te optimaliseren. 2. Nieuw MagicMatch kleurenbeheersysteem: ondersteuning voor CMYK-scanmodus. 3. Auto-detectie scankader. 4. Voorbeeld met hoge resolutie. 5. Voorbeeld met huidige instellingen. 6. 3 nieuwe eenheden: mm, pica, punten. 7. 4 nieuwe bestandsformaten: JPEG, BMP, PCX, Targa. 8. Meerdere instellingen laden/opslaan. 9. Terugstellen/standaardwaarde/opslaan als standaard. 10. Groot scherm UI. 11. Ondersteuning voor Gemini D-16, PS-2400X, UC1200SE en UC1260. Nieuwe functies in MagicScan 1.3, 1.3.3 1. Ondersteuning voor scanners met dubbele lenzen (Gemini D-16), PS-2400X, UC1200SE en UC1260. 2. Hogere dpi-resolutie; u kunt afbeeldingen tot een resolutie van maximaal 9600 dpi scannen. 3. Met het oorspronkelijke stuurprogramma voor de PowerMac scant het programma sneller dan de vorige versie. 4. Verbeterde automatische dichtheid in scanmodus Kleur of Grijs; gamma-instellingen worden niet gewijzigd. 5. Verbeterde automatische dichtheid in scanmodus Lineart en dialoogvenster Histogram. 6. Bij Gemini D-16, UC1200SE, UC1200S en UC1260 is de modus Batch-scan alleen ondersteund via een software-oplossing. Functies en beperkingen in MagicScan 1.2 1. Ondersteuning voor de UMAX-kleurenscanner met drie drukgangen. 2. Ondersteuning voor de scanmodus 256 kleuren. 3. Ondersteuning voor Batch-scan (oplossing via Firmware). 4. Ondersteuning voor scannen van negatieven op UC1260. 5. Variërend venster in zowel het dialoogvenster Kleurenbalans als het dialoogvenster Kleur aanpassen. 6. Biedt MagicScan DA. 7. Automatische dichtheidsfunctie in scanmodus Lineart en dialoogvenster Histogram. 8. Uitvoerbereik voor zwart/wit-punten in dialoogvenster Voorkeuren. 9. Onscherp afschermen kan een bereik hebben van 1% tot 200% (niet interactief). 10. Ondersteuning voor PhotoShop 3.0. 11. Ondersteuning voor PS-2400X, UC1200SE en UC1260. Nieuwe functies in MagicScan 1.1 1. Afbeelding roteren/spiegelen continu actief 2. MagicMatch continu actief 3. Negatief 4. 10-bits scan 5. Batch-scan 6. Verkleinen tot maximale gebied bij gebruik van het gereedschap Zoom 7. Auto-toets in het gereedschap Niveau 8. Ondersteuning voor Power Look en UC1200SE. Functies en beperkingen in MagicScan 1.0.1 Ondersteuning voor Power Look en UC1200SE. MagicScan 4.2 Leesmij Dit bestand bevat belangrijke informatie die niet is opgenomen in het bestand met de gebruikershandleiding van MagicScan. De informatie bestaat uit de volgende onderwerpen: systeemvereisten, installatieprocedures, ondersteunde scanners, beperkingen, opmerkingen. Systeemvereisten * Systeem 7 of hoger * Als u PhotoShop 3.0 of hoger gebruikt, wijzigt u de voorkeurinstelling voor de omvang van het geheugen naar 12Mb(68K)/24Mb(PPC) of meer met behulp van de opdracht File - Get Info. * Als u MagicScan DA gebruikt, wijzigt u de voorkeurinstelling voor de omvang van het geheugen naar 6Mb of meer met behulp van de opdracht File - Get Info. * Als u PhotoPerfect gebruikt, wijzigt u de voorkeurinstelling voor de omvang van het geheugen naar 12Mb of meer met behulp van de opdracht File - Get Info. * Er moet een HTML-browser geïnstalleerd zijn om de HTML-online Help te kunnen bekijken. Als er geen browser op het systeem geïnstalleerd is, kunt u Netscape of Internet Explorer downloaden vanaf de FTP-server of contact opnemen met de leverancier. Installatieprocedures Controleer of PhotoShop geïnstalleerd is. PhotoShop moet geïnstalleerd zijn voordat MagicScan wordt geïnstalleerd. Volg de onderstaande stappen om MagicScan te installeren: 1. Dubbelklik op het pictogram van MagicScan-installatie. 2. Volg de instructies op het scherm op om MagicScan te installeren. Denkt u daarbij aan het volgende: * Als u de gemakkelijke installatie (Easy Install) kiest, worden UMAXShare en UMAXChooser niet geïnstalleerd. * Wanneer u in een dialoogvenster wordt gevraagd de map Plugins te selecteren, selecteert u de map Plugins in PhotoShop. Het plugin-stuurprogramma voor MagicScan moet zich bevinden in de map die u in dit dialoogvenster selecteert. 3. Na installatie start u de Macintosh opnieuw. Er wordt een nieuwe map gemaakt met daarin de MagicScan-software. Voor het gebruik van MagicScan raadpleegt u de gebruikershandleiding bij MagicScan, waarin u uitgebreide informatie vindt. Opmerking: Als u MagicScan niet vanaf een CD-ROM kunt installeren, opent u de map MagicScan Disk en selecteert u achtereenvolgens de mappen MagicScan Disk 1 tot en met MagicScan Disk 9. Deze mappen vertegenwoordigen diskettes. Vervolgens kopieert u de inhoud van elke map op een afzonderlijke diskette. De mappen MagicScan Disk 1 tot en met MagicScan disk 9 bevatten elk precies de juiste hoeveelheid gegevens voor één diskette. Opmerking: Als u merkt dat het MagicScan plugin-stuurprogramma zich in de map MagicScan 4.0 bevindt, sleept u het MagicScan plugin-stuurprogramma naar de map Plugins van PhotoShop. Ondersteunde scanners * Power Look 2000, Mirage II, Mirage IIse, Mirage D-16L, PowerLook II, Power Look, Gemini D-16, Power Look 3000, PowerLook III * Andere modellen scanners moeten worden bestuurd door de detailhandelversie van MagicScan 1.0 (of hoger) of VistaScan 1.0 (of hoger). Beperkingen Als u een meervoudige scan of batch-scan wilt maken, moeten alle scans op dezelfde scanner worden gemaakt (ongeacht het aantal scanners waarmee de computer is verbonden). Opmerkingen 1. Verwijder het bestand 'UMAXShare' uit de map Extensies in de systeemmap als u problemen hebt met het gebruik van een scanner op afstand via het netwerk. 2. Indien u niet op een netwerk bent aangesloten, verwijdert u de map 'UMAXShare' uit de map Extensies in de systeemmap om de prestatie van MagicScan te vergroten. 3. Als UMAXShare wordt bijgewerkt, moeten alle Macintosh-machines op hetzelfde netwerk ook worden bijgewerkt, evenals voor toegang tot een scanner op afstand. Toegang van Macintosh tot PC wordt momenteel niet ondersteund. 4. Voordat u OmniPage installeert, controleert u of het stuurprogramma Apple Compatible geïnstalleerd is. Selecteer "Support Apple Compatible Scanner" bij het installeren van OmniPage. Nadat de installatie is voltooid, kiest u "Apple Scan" uit de Chooser. 5. Wanneer het gebied van de selectiepijl en het kader Voorbeeld elkaar overlappen, plaatst u de cursor in het kader Voorbeeld, drukt u op Optie en houdt u de toets ingedrukt terwijl u het gehele kader Voorbeeld versleept. U kunt de afmetingen en de vorm van het kader Voorbeeld wijzigen door Optie ingedrukt te houden en een zijde of hoek te verslepen. Op die manier maakt u het kader Voorbeeld groter of kleiner. Als u sleept zonder Optie in te drukken, verplaatst u het gebied van de selectiepijl als de aanwijzer zich in het selectiekader bevindt of vergroot u het gebied van de selectiepijl als de aanwijzer zich op de grens ervan bevindt.